Part of the
4TU.
Federation
TU DelftTU EindhovenUniversity of TwenteWageningen University
4TU.
Federation
NL|EN
Close

4TU Federation

+31(0)6  1423 7775

coordinator@4tu.nl

Website: 4TU.nl

The international classroom: goed voor studenten en onze kenniseconomie

donderdag, 15 februari 2024
Afscheidsinterview Arthur Mol, voorzitter 4TU.Onderzoek en rector magnificus WUR

Op 8 maart zal Arthur Mol – na negen jaar – zijn rol van rector magnificus en vice-voorzitter bij Wageningen University & Research (WUR) overdragen aan hoogleraar Milieusysteemanalyse Carolien Kroeze. Mol keert weer terug naar de wetenschap en krijgt een persoonlijke leerstoel in de milieuwetenschappen. Behalve als rector neemt Mol ook afscheid als voorzitter van 4TU.Onderzoek; het consortium waarin hij samen met de rectoren van de andere drie TU’s actief was om onderzoeksamenwerkingen te stimuleren.

4TU kijkt met Arthur terug op het 4TU samenwerkingsverband maar ook vooruit naar de winst die er nog te behalen valt als het gaat om het versterken van de technologische wetenschappen. Actueler dan ooit met het huidige turbulente politieke en maatschappelijke klimaat.

Toen je begon als rector bij WUR (2015) zat Wageningen nog niet bij de federatie. Een jaar later, in 2016, wel en veranderde de federatie van 3TU naar 4TU. Hoe kijk je terug op deze periode?

Heel positief. Ik was nauw betrokken bij de gesprekken over de aansluiting bij de federatie. Die aansluiting ging verrassend soepel. Vanuit WUR zagen we – zowel onder de bestuurders als onder wetenschappers – duidelijk voordelen in het samenwerken met de andere drie technische universiteiten en andersom vanuit - toen nog - 3TU was dit ook het geval.


“Een sterk punt is de samenwerking op inhoud. De centres en programma's krijgen van 4TU seed money om onderzoek op te starten, conferenties te organiseren, position papers te schrijven of andere dingen samen te doen, en zo bouwen netwerken zich op.”
Arthur Mol
WUR

Het mooie van het samenwerkingsverband is dat WUR deels overlappend en deels complementair is aan de drie andere TU’s. Zo leiden alle vier de TU’s ingenieurs op die zich kenmerken door eenzelfde manier van kijken naar wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. Ingenieurs willen graag problemen oplossen en een bijdrage leveren aan de maatschappij. Maar inhoudelijk zijn er verschillen. Wageningen University & Research houdt zich bezig met de levenswetenschappen terwijl de andere TU’s meer op het ontwerp van en de omgang met de ‘dode’ materie zitten. De toetreding van WUR tot de federatie leverde naast andere onderzoeksgebieden ook een ander opleidingspakket en nieuwe mogelijkheden voor inhoudelijke samenwerking op. Door die kennis en contacten onderling uit te wisselen, wordt elke TU sterker.

Wat is volgens jou de kracht van een federatie als 4TU?

Een sterk punt is de samenwerking op inhoud. 4TU biedt via haar samenwerkingsverbanden allerlei mogelijkheden om interdisciplinair samen te werken en het netwerk van wetenschappers uit te breiden. Centres als 4TU.HTM, 4TU.ResearchData en het meest recente centre History of Technology zijn georganiseerd rondom een bepaald vakgebied. Zij krijgen van 4TU seed money om onderzoek op te starten, conferenties te organiseren, position papers te schrijven of andere dingen samen te doen, en zo bouwen netwerken zich op.

Ook is het vijf-jarig High Tech for a Sustainable Future (HTSF) capacity building programma een instrument wat zichzelf bewezen heeft. Afgelopen voorjaar startte de 2e ronde hiervan. Jonge wetenschappers van de vier technische universiteiten werken gezamenlijk aan maatschappelijke thema’s als een digitale landbouw of gepersonaliseerde zorg. Het HTSF programma is zo opgebouwd dat niet alleen de kennis maar ook de samenwerkingsverbanden na afronding van het programma binnen de universiteiten blijft. 4TU trekt talentvolle tenure trackers aan die na afronding van het programma in dienst van de universiteit blijven, blijven samenwerken in het opgebouwde consortium en hun kennis kunnen overbrengen naar andere wetenschappers.

Een tenure track is een loopbaantraject vanuit universiteiten om jonge, talentvolle onderzoekers langere tijd aan zich te verbinden. Het traject loopt van assistent professor, via adjunct hoogleraar naar hoogleraar. De duur van het traject is ongeveer 10 jaar. 

Verder delen we als federatie onze kennis op het gebied van onderwijs. Welke competenties en vaardigheden heeft een ingenieur nodig? De maatschappelijke uitdagingen worden steeds complexer en in bijna elke oplossing zit wel een technische component. Dat vraagt een ander type ingenieur die meer dan vroeger, ook moet samenwerken met andere disciplines en communiceren met zijn omgeving. Een initiatief om deze kennis te delen is het 4TU.Centre for Engineering Education, Zij hebben een indrukwekkende Innovation Map opgebouwd waarin best practices op ingenieursonderwijs gedeeld worden.

En het is waardevol om als 4TU samen op te trekken in Haagse dossiers. Alle TU’s hebben dure onderzoeksfaciliteiten als apparatuur en labs nodig. Ook issues als de bekostiging van technische opleidingen, de voorbereiding van VWO scholieren op onze bachelors en de door Den Haag gewenste beheersing van internationale studenten en docenten zijn ontwikkelingen waarmee we allemaal te maken hebben. Deze onderwerpen worden nu gezamenlijk op de agenda gezet.

Een ander mooi resultaat is het Sectorplan Techniek waarbij geld van OCW is ontvangen om de technische wetenschappen in Nederland te versterken. Hierin zijn alle techniekdecanen van zowel de vier TU’s als die van de RUG betrokken.

 Het samenwerken binnen de federatie gaat zo goed omdat er onderling veel vertrouwen is.

Arthur Mol tijdens het afscheid van Louise Fresco als voorzitter van de 4TU.Federatie samen met alle leden van de vier Colleges van Bestuur, secretaris Marjolein Dohmen-Janssen en de voormalig coördinator Linda Baljeu.

Wat levert de 4TU samenwerking concreet op voor WUR? 

Bij WUR zijn de engineering - en technische kant traditioneel belangrijk, denk aan vakgebieden en opleidingen in food technology, environmental technology en agro technology. De samenwerking in 4TU verband heeft de engineering basis onder deze vakgebieden zeker versterkt.

Maar omgedraaid heeft WUR ook additionele expertises ten opzichte van de andere drie TU’s. Een voorbeeld is het concept ‘Building with Nature’’ waarbij de natuur in plaats van de ‘harde’ techniek wordt ingezet voor oplossingen. Denk aan het gebruik van oesterriffen in plaats van betonnen dijken om de kust te beschermen.

Naast deze mooie vormen van wederzijdse versterking en samenwerking moeten we ook koesteren dat iedere TU uniek is. Elke universiteit heeft zijn eigen profiel. Zo is de TU Eindhoven gespecialiseerd in hightech gekoppeld aan een van de meest vooraanstaande Europese industrieclusters. Wageningen heeft een uniek profiel op voedsel, landbouw en living environment.

Om wereldspeler te zijn, moet een Nederlandse universiteit zich specialiseren en profileren op een bepaald domein. En moet zij onderzoekers en infrastructuur in dat domein concentreren op één geografische locatie, in plaats van die te verspreiden over het hele land. Concentratie trekt nieuw talent aan waardoor je massa en excellentie op dat onderzoeksgebied opbouwt.

Wat is de winst van 4TU.Onderzoek, het consortium waar je zelf actief in bent geweest?

Dat is met name het van elkaar leren en massa creëren voor nieuwe initiatieven. Iedere universiteit opereert primair vanuit zijn eigen ervaring, belang en expertise, maar er zijn ook veel overeenkomsten. TU’s herkennen processen, uitdagingen en discussies van elkaar, of het nu gaat  om de noodzaak van interdisciplinair challenged-based onderzoek, het verbreden van de basiscompetenties van een docent of vernieuwing van het onderwijs. Op die manier zijn de EngD opleidingen ontstaan. Dit is een tweejarig programma na de master waarbij de student een ontwerp-onderzoek verricht bij een bedrijf of een ziekenhuis en zodoende zijn palet aan vaardigheden verbreedt. Eindhoven had daar al jarenlang ervaring mee en in Wageningen hebben we dankbaar gebruik gemaakt van die ervaring om een eigen EngD opleiding op te zetten. En de accreditatie daarvan is ook een gemeenschappelijk proces.

Zijn er nog meer successen te delen?

Ja zeker! Zelf ben ik heel blij met de oprichting van de Netherlands Academy of Engineering (NAE). Op beroepsgebied is er al het Koninklijke Instituut Van Ingenieurs (KIVI) maar als het om de technische wetenschappen gaat, ontbrak een samenwerkingsverband.

Het mooie aan de NAE is dat er niet alleen wetenschappers werkzaam aan universiteiten in zitten, maar ook R&D wetenschappers uit het bedrijfsleven. Ik verwacht veel van deze groep als het gaat om het profileren van de ingenieurswetenschappen en om de technische wetenschappen een maatschappelijk gezicht te geven. Maar ook op het niveau van adviesvoorziening naar beleidsmakers en het kabinet over technologie en wetenschap in relatie tot beleid.

Wat heeft een technisch wetenschapper van nu volgens jou nodig? Kan die genoeg uit de voeten?

Doordat de onderzoeksgebieden steeds meer met elkaar verweven raken, moet een wetenschapper steeds meer samenwerken met andere wetenschappers. De werktuigbouwkundige van vroeger die alles zelf deed in splendid isolation, bestaat niet meer. Ontwikkelingen gaan sneller, communicatie met andere disciplines en de samenleving wordt belangrijker en ethische vraagstukken dienen zich aan. Responsible research and innovation is geen modegril. Ingenieurs moeten daarmee leren om te gaan en dat heeft consequenties voor het opleidingstraject. Constante scholing is belangrijk, niet alleen vakinhoudelijk maar ook op vaardigheden en competenties. Dat vraagt veel van zowel de wetenschapper als ook van docenten en universiteiten.

 Het is voor de universiteit als werkgever belangrijk om helder te hebben welke eigenschappen, vaardigheden, competenties en attitudes een technische wetenschapper moet hebben. Soms is het doeltreffender om niet alles van één wetenschapper te verwachten en de taken te verdelen: team science. In dit perspectief vind ik het Programma Erkennen en Waarderen van UNL een positieve ontwikkeling waarin meer oog komt voor de individuele talenten van een wetenschapper, en tegelijkertijd ook voor wat het betekent in een team samen te werken en deels complementair aan elkaar te zijn.

“Gun onze Nederlandse studenten de international classroom en gun Nederland de constante instroom van nieuw internationaal talent. Alleen dan werken we aan de kennissamenleving en - economie van morgen!”
Arthur Mol
WUR

Welke toekomstige uitdagingen signaleer je voor 4TU

Techniek en engineering skills (red.: ingenieursvaardigheden) worden steeds belangrijker gezien de maatschappelijke uitdagingen waarvoor we staan en het type werknemer waar de arbeidsmarkt naar vraagt. De rol van 4TU is om bèta en techniek op de agenda te houden en te zorgen dat hierin geïnvesteerd blijft worden. We richten ons niet alleen op universiteiten, politiek en beleid, maar zeker ook op lagere en middelbare scholen.

Voor deze laatste doelgroep werken we samen in 4TU.VO, een online onderwijsplatform voor het voortgezet onderwijs. Docenten kunnen er digitale lesmodules vinden, waarmee zij hun leerlingen alvast kunnen laten kennismaken met de typische onderzoeks- en ontwerpvaardigheden van een ingenieur. 

En wat betreft jouw eigen persoonlijke uitdagingen na 8 maart?


Ik blijf aangesteld bij WUR. Ik krijg een persoonlijke leerstoel milieuwetenschappen waarbij ik mij meer richt op de coaching van wetenschappers, interim management van een aantal leerstoelgroepen en bestuurlijke taken op nationaal en internationaal niveau, waaronder raden van toezicht en advies van een aantal buitenlandse universiteiten. Ik vind – na negen jaar uit het vak te zijn geweest – het vanzelfsprekender om mij te focussen op de bestuurlijke kant in plaats van zelf nog grote onderzoeksprojecten te gaan coördineren of een onderzoeksgroep op te bouwen.  Het leuke aan besturen is dat het grotere geheel zichtbaar wordt. Dan zie ik een land dat wetenschappelijk heel goed op de kaart staat. Maar ook een land dat ervoor moet waken niet aan binnenlandse navelstaarderij te gaan doen. We hebben een lange traditie in internationaal samenwerken, een open economie en open innovatie. Weet wat je weggooit als de instroom van internationale studenten drastisch wordt ingeperkt. Het intensieve contact tussen Nederlandse en internationale studenten werkt verrijkend en trekt bovendien weer nieuw talent aan. Zie wat Europese en internationale universitaire samenwerking, ook op onderwijsgebied en ook voor Nederland, heeft opgeleverd en nog steeds oplevert. 

Wees dan niet kortzichtig zou ik tegen het komende kabinet zeggen. Gun onze Nederlandse studenten de international classroom en gun Nederland de constante instroom van nieuw internationaal talent. Alleen dan werken we aan de kennissamenleving en - economie van morgen!

Korte bio Arthur Mol

De milieukundige/socioloog prof.dr. Arthur P.J. Mol is tot en met 8 maart rector magnificus bij Wageningen University & Research. Mol blijft verbonden aan WUR en krijgt er een persoonlijke leeropdracht milieuwetenschappen.

Zijn belangrijkste onderzoeksthema’s zijn duurzaamheid en globalisering, duurzame productie en consumptie, stedelijk milieubeleid en de informatiemaatschappij. Zijn onderzoek strekt zich uit over alle continenten. Hij heeft wereldfaam, verschillende awards en een honary doctorate gekregen voor de ontwikkeling en toepassing van de theorie van ecologische modernisering.