Na bijna zes jaar neemt Robert-Jan Smits afscheid als voorzitter van het College van Bestuur van de TU Eindhoven (TU/e). Hij kijkt terug op mooie jaren, waarin de universiteit zich steviger profileerde en wist te groeien ondanks bezuinigingen. Ook binnen de 4TU Federatie zag hij positieve ontwikkelingen. Maar de vooruitgang gaat hem niet snel genoeg. âDurf keuzes te maken via smart specialisation. Zorg dat je daarin als 4TU een voorbeeld bent voor anderen.â
Tekst: Nienke Beintema
Hij is een echte Brabander, en hij denkt dat dat helpt, zeker in Eindhoven: het opent deuren naar bedrijven en instellingen en daarmee naar âde echte wereldâ. Dat laatste is een van de speerpunten van Robert-Jan Smits, die binnenkort afzwaait als voorzitter van het College van Bestuur (CvB) van de TU/e: een universiteit moet midden in de samenleving staan, en oplossingen leveren voor de problemen waar de maatschappij mee kampt.Â
Hij doelt onder meer op het zogeheten âProject Beethovenâ, waarbij de landelijke overheid in de komende jaren 2,51 miljard euro uittrekt voor onderwijs, kennisontwikkeling en infrastructuur in de technologieregio Brainport Eindhoven. Een centrale rol hierbij is weggelegd voor Semicon (halfgeleiderindustrie). âDankzij deze investeringen kunnen wij als TU/e blijven groeien, in een klimaat waarin de collega-universiteiten het juist heel moeilijk hebben.â
Heb jij zelf ook een rol gespeeld in die groei, als voorzitter van het CvB?
âJa, zeker! Toen ik hier begon, was het beleid van de TU/e: laten we niet gaan groeien. Toen heel begrijpelijk, maar juist op dat moment besloot de regio een schaalsprong te maken, om internationaal voorop te kunnen blijven lopen. Den Haag wilde dat faciliteren. En vervolgens kregen wij de vraag: willen jullie meedoen? Ik heb toen meteen gezegd: ja, dat moeten we doen. Dit werd breed gesteund binnen de universiteit. Ons devies werd: meer studenten opleiden, meer buitenlandse talenten aantrekken, meer gaan samenwerken met de hightechindustrie. En dat allemaal in partnership met het hbo en mbo in onze regio.â
Je wilde dat de universiteit groeide, maar wel in samenhang met de regio?
âJa. Deze universiteit is bijna 70 jaar geleden opgericht op verzoek van Philips. Het dna van dat bedrijf, het ondernemerschap en innovatievermogen, zit nog steeds in onze genen. Bij alles wat we doen, denken we ook: hoe kunnen we dit doen in relatie tot deze regio? We doen mee aan initiatieven als het Glow Festival en Dutch Design Week. We hebben heel veel samenwerking met bedrijven. Wat dat laatste betreft scoren we in de top van de wereld. En we hebben wereldwijd de hoogste âstay rateâ: ruim 60 procent van onze internationale afstudeerders vindt een baan in deze regio, en 80 procent van de ingenieurs in Brainport zijn alumni van de TU/e. Dat is véél hoger dan elders. Ook daar ben ik heel trots op.â
Hiervoor werkte je voor de Europese Commissie, juist heel internationaal gericht. Is dat geen tegenstelling?
"Collegaâs uit Brussel kwamen hiernaartoe om te kijken, en zeiden: hoe dĂłen zij dat nou, daar in Eindhoven? Ik wist altijd al dat dit een bijzonder stukje Nederland was, maar toen ik bij de TU/e aan de slag ging, realiseerde ik mij pas echt hoe fantastisch de Brainportregio functioneert.â
Is het dan nu niet lastig om het stokje door te geven?
âNee hoor, want mijn taak zit erop. Ik zie het huidige zesjarige Instellingsplan van de TU/e (2019-2025) als âmijnâ strategische agenda. Het is nu aan mijn opvolger om zijn stempel te drukken op het volgende Instellingsplan. Dat komt helemaal goed, want ik heb in Koen Janssen een fantastische opvolger. Hij zal zeker bepaalde accenten anders gaan leggen, en dat is alleen maar goed.â
Wat was jouw betrokkenheid bij de 4TU Federatie?
âIk zat in het dagelijks bestuur van 4TU. Dat was heel leerzaam, vanwege de geweldige collegaâs. We praten in onze vergaderingen niet alleen zakelijk over samenwerking, uitdagingen en successen, maar delen ook ervaringen als collegaâs. Uiterst nuttig!â
Wat heeft 4TU in de afgelopen jaren bereikt, in jouw ogen?
âHet meest succesvol is zonder twijfel het positioneren van techniek op politiek niveau. Het belang van techniek is in de afgelopen jaren dankzij 4TU echt landelijk op de kaart gezet. Dat leidde onder meer tot de uitzonderingspositie die technische opleidingen hebben gekregen als het gaat om de Wet internationalisering in Balans, de WIB. 4TU heeft daarin een grote rol gespeeld. Als één stem hebben we gezegd: we hebben die science, technology and engineering-mensen nodig, óók van over de landsgrenzen.â
Welke verdiensten van 4TU zie je nog meer?
âDe Federatie heeft ook een belangrijke rol gespeeld in het opstellen van de nationale techniekagenda, met daarin prioriteiten die aansluiten op die van 4TU. De oprichting van de Netherlands Academy of Engineering, de NAE, is ook een kroon op ons werk. En verder zijn er natuurlijk al die prachtige 4TU-Centers. Welke ik vooral belangrijk vind? Ze zijn allemaal belangrijk. Maar als ik er een mag noemen die op initiatief van de TU/e is opgezet: het centrum voor History of Technology. Dat is toch wel heel uniek. Ik ben zelf geen ingenieur en ik vind het belangrijk dat we niet alleen naar de toekomst kijken, iets waar ingenieurs vanuit hun vak heel goed in zijn, maar dat we ons ook afvragen: wat hebben we in het verleden afgeleverd? Neem de Deltawerken, of de Afsluitdijk: dat zijn knappe prestaties van Nederlandse ingenieurs. Wat kunnen we daarvan leren? Het is belangrijk dat we daarop reflecteren, zodat we kunnen meebewegen met wat de maatschappij nodig heeft. Heel uniek dat 4TU dit nu in een Center heeft verankerd.â
En tegelijkertijd is er altijd die blik op de toekomst.
" We moeten studenten leren complexe systemen te integreren en te managen met behulp van AI. Dat is ook waar de hightechindustrie steeds meer om vraagt.â
Maar ingenieurs zullen toch nog altijd óók de technische basis moeten beheersen?
âDat is de vraagâ, zegt Smits met een schalkse lach. âIk heb onlangs het volgende voorgesteld: laten we, bij wijze van proef, een groep studenten alléén maar trainen in het gebruik van AI, waarbij ze zelf hun curriculum ontwerpen â ook weer op basis van AI. En dan kijken wat er gebeurt. Dat lijkt me geweldig spannend. Ik denk dat we nĂș onze studenten onderschatten. Ze kennen al heel goed de weg in de digitale wereld en de wereld van AI. We moeten afstappen van dat ouderwetse concept met één docent die voor de groep staat te vertellen. We moeten studenten vooral leren hoe ze verantwoordelijk met AI omgaan. En ook welke ethische kanten daaraan zitten.â
Kan 4TU op dat vlak iets betekenen?
âHet is de rol van 4TU om met dergelijke experimenten het voortouw te nemen. Dat gebeurt nu ook al wel, bijvoorbeeld door het 4TU Center for Engineering Education.â
En de samenwerking met Defensie? Daar hoor je de laatste tijd veel over.
Ik heb onlangs het TU/e-initiatief van de âslimme reserveâ gepresenteerd, om in kaart te brengen waar de vier TUâs een rol kunnen spelen in het versterken van onze nationale veiligheid, zodat we bij een crisis snel onze kennis beschikbaar kunnen stellen. Natuurlijk kijken we hierbij ook naar de morele kanten daarvan.â
En, wat ga je hierna doen?
âIk ga meer tijd besteden aan een aantal toezichthoudende functies. Zo zit ik nu al in de Raad van Toezicht van Naturalis, en daarvan word ik de voorzitter. Ik ga ook nog een jaar verder in het bestuur van het Groeifonds, waar helaas heel veel geld is uitgehaald. Daarnaast heb ik een paar adviesfuncties aangenomen, onder meer in IJsland, Cyprus en Duitsland. Ik heb dan geen verantwoordelijkheid meer voor grote budgetten of veel personeel, daar zet ik een punt achter. Ik ga terug naar beleidsadvisering: hoe stuur je vanuit de overheid onderzoek en innovatie op een efficiĂ«nte en effectieve manier? Hoe zorg je dat het beleid ook in de omzetting goed functioneert, en meebeweegt? Hoe maak je het transparant? En, zoals altijd mijn speerpunt is: hoe gaat de samenleving hier beter van worden? Onvoorstelbaar interessant allemaal.â
Zijn er nog dingen die je aan je 4TU-collegaâs wilt meegeven?
âAllereerst een groot woord van dank! Natuurlijk ook voor Marjolein (Dohmen-Janssen, secretaris van 4TU, red.) en haar team, dat alles werkelijk onvermoeibaar organiseert en in goede banen leidt. Maar als ik dan een tip mag geven: smart specialisation. We moeten ons veel meer richten op bepĂĄĂĄlde speerpunten. Zo kiezen wij in Eindhoven voor Semicon, en Wageningen kiest voor landbouw. Met zoân smart specialisation kan 4TU het voortouw nemen. Door strategische keuzes te maken kun je bijvoorbeeld grote apparatuur heel efficiĂ«nt neerzetten op één locatie, en daar dan de competenties opbouwen die daarbij horen. Nu is dat alles in ons land vaak nog teveel versnipperd. En voor de rest zou ik tegen mijn 4TU-collegaâs zeggen: ga vooral zo door.â