Part of the
4TU.
Federatie
TU DelftTU EindhovenUniversity of TwenteWageningen University
4TU.
Federatie
NL|EN
Close

4TU Federation

+31(0)6  1423 7775

coordinator@4tu.nl

Website: 4TU.nl

#25 Van studentenidee tot volwaardig CO₂-afvangsysteem voor industrie

Met de klimaattop in volle gang wordt de urgentie opnieuw duidelijk: de CO₂-uitstoot moet drastisch omlaag. Technologie kan ook helpen. CO₂-afvangen bijvoorbeeld, is een cruciaal puzzelstuk in de aanpak van de klimaatcrisis. Coen van den Brand, oprichter van InAtmos, ontwikkelt met zijn team een CO₂-afvangsysteem voor industrieën die moeilijk te verduurzamen zijn. We spraken de oprichter en zijn collega Vishal Venkatarangan over de groei die het bedrijf doormaakt. “Binnen drie jaar zijn we zeker op de markt,” zegt Van den Brand.

Links: Coen van den Brand. Rechts: Vishal Venkatarangan.

Credits: Bart van Overbeeke.

Labjassen aan, veiligheidsbrillen op. Samen met Van den Brand en zijn collega’s loop ik naar een labopstelling op de TU/e waar zowel de universiteit als InAtmos bij betrokken zijn. Voor me staat een glazen cabine vol apparatuur, lastig te doorgronden voor niet-technici. Gelukkig kan Van den Brand het goed uitleggen. “Wij richten ons op zogeheten cryogene CO₂-afvang. Met behulp van koeling isoleren we CO₂ uit rookgas of andere bronnen.” De technologie van InAtmos vangt CO₂, af bij grote installaties zoals boilers, ovens en warmtekrachtcentrales. In de toekomst kunnen ook andere gassen worden afgevangen, zoals procesemissies, methaan, stikstof of zuurstof.

De machine kan CO₂ afvangen bij industrieën die moeilijk te verduurzamen zijn, zoals afvalverwerkers. Dat is hard nodig. De industrie is goed voor ongeveer een vijfde van alle CO₂-uitstoot in Europa. Hier valt dus veel winst te behalen.

Hoe het werkt: de details

Gassen worden door het systeem van InAtmos afgetakt van het productieproces en langs een installatie geleid waar de CO₂ met behulp van elektrische koeling wordt gescheiden. De schone gassen gaan terug naar buiten, terwijl de CO₂ in vloeibare vorm wordt opgevangen. InAtmos wil de koude en restwarmte van bestaande processen slim hergebruiken, zodat het systeem zowel duurzamer als goedkoper werkt.

Van idee tot volwaardige startup

De ondernemersreis van Van den Brand begon met CryoCOP, een samenwerking van studenten van Wageningen, Delft en Eindhoven. Hij was medeoprichter. In 2022 behaalde CryoCOP een belangrijke mijlpaal: de startup won de TU Delft Impact Contest, en vervolgens de 4TU Impact Challenge. “Dat gaf ons veel exposure binnen het ecosysteem en bij investeerders.”

InAtmos, rechtstreeks voortgekomen uit CryoCOP, groeide in de loop der jaren uit tot een volwaardige startup. “Het begon allemaal met een stuk of vier mensen, die vrijwillig naast hun studie aan het project werkten,” zegt Van den Brand. “Ondanks beperkte middelen kregen we positieve reacties. Inmiddels hebben we een patent, een nieuwe naam en veel ervaring opgedaan. “Persoonlijk zie ik het als een mijlpaal dat we dit jaar zijn uitgegroeid tot projectleider die kennis- en marktpartijen samenbrengt om te innoveren”, zegt de ondernemer. Een andere recente mijlpaal was de CCUS-expo in Hamburg, waar InAtmos een presentatie gaf en hun technologie aan een internationaal publiek liet zien. “We spraken veel mensen uit de traditionele CO₂-afvangwereld en merkten grote interesse,” aldus de oprichter.

Opschalen: een nieuwe uitdaging

Van den Brand is al jaren actief in de wereld van CO₂-afvang. Anders is het voor Vishal Venkatarangan, die dit jaar als technisch assistent bij InAtmos begon. Onlangs studeerde hij af: chemical engineering aan de TU Delft. Als we op de TU/e even rustig aan een tafel gaan zitten om te praten over zijn werkzaamheden, vertelt hij: “Ik richt me bij InAtmos vooral op het technische deel van het systeem; in het specifiek het voorbehandelingsproces van de gassen. Er zijn veel uitdagingen te overwinnen, maar dat geeft juist energie.” Opschalen wordt de komende tijd een van de grootste uitdagingen, benadrukt hij. “Het is niet simpelweg de reactor groter maken of meer materiaal toevoegen. Veel andere factoren spelen mee, zoals de gevoeligheid van de apparatuur op grotere schaal.”

“Bovendien”, voegt Van den Brand eraan toe: “opschalen kunnen we niet alleen. We hebben partners nodig om dit te realiseren. Stabiele en langdurige samenwerkingen opbouwen is een van de belangrijkste uitdagingen de komende jaren.”

Een oplossing voor netcongestie

In het systeem van InAtmos wordt koude opgeslagen. Dat heeft nog een extra voordeel. Het proces kan draaien wanneer er veel hernieuwbare energie beschikbaar is, bijvoorbeeld ’s nachts of tijdens piekuren. Ideaal in tijden dat het stroomnet zwaar belast is.

Samenwerken, en nog eens samenwerken

Samenwerken doet het bedrijf nu ook al op volle toeren. Momenteel werkt InAtmos nauw samen met de TU/e. Bij de labopstelling op de universiteit kom ik in gesprek met Ivo Roghair, universitair docent op de faculteit Scheikundige Technologie. “Van den Brand is de kartrekker van CryoVAL”, vertelt hij. “Dat is een samenwerking tussen InAtmos, de TU/e, Universiteit Twente en EMI Twente. Het project onderzoekt het volledige CO₂-afvangproces: van voorbehandeling en afvang tot opslag.

De huidige installatie in Eindhoven werkt nu nog onder atmosferische druk, maar het doel is om CO₂ onder hoge druk in vloeibare vorm te verwerken, vertelt Roghair. “CO₂ van vast naar gas omzetten gaat relatief makkelijk, maar er een vloeistof van maken en ermee werken is veel ingewikkelder. Er zijn nog veel vragen, zoals hoe de CO₂ zich precies gedraagt onder hoge druk. Binnen één à twee jaar staat een grotere demonstratieplant gepland.”

Naast dit onderzoek werkt InAtmos dus ook nog aan andere methoden voor CO₂-afvang. “De verschillen zijn technisch en lastig eenvoudig uit te leggen, maar het draait in essentie om variaties in koelmiddelen en materialen,” legt Van den Brand uit. 

Links: Coen van den Brand. Midden: Vishal Venkatarangan. Links: Ivo Roghair.

Credits: Bart van Overbeeke

Binnen drie jaar de markt betreden

Het doel van InAtmos is om uiteindelijk één schaalbaar product te ontwikkelen dat aanpasbaar is voor verschillende klanten. “Wellicht dat we in een later stadium nog de markt betreden met andere varianten.”

Er is de komende jaren nog genoeg werk aan de winkel. Van den Brand wijst nog een keer naar de labopstelling en zegt tot slot: “de eerste labresultaten zijn veelbelovend. Onze systeemintegraties zijn uniek en concurrerend op het gebied van energieverbruik en kosten. Ik voorspel dat we zeker binnen drie jaar de markt zullen betreden.”