Part of the
4TU.
Built Environment
4TU.
Built Environment
Close

4TU.Federation

+31(0)6 48 27 55 61

secretaris@4tu.nl

Website: 4TU.nl

Van stenen naar groen: hoe de omgeving je gezondheid bepaalt

Thursday, 18 December 2025

De omgeving heeft een grote invloed op je fysieke, mentale en sociale gezondheid. Hoe benut je dat goed? Twee experts leggen het uit.

Waar vroeger de focus lag op snel en efficiĂ«nt wijken bouwen, is er nu veel meer aandacht voor de gezondheid en het welzijn van de mensen die er wonen. Maar het goed en passend inrichten van de omgeving is makkelijker gezegd dan gedaan. “Je kunt mensen verandering niet zomaar opleggen, het is een gezamenlijk proces”, stelt Lenneke Vaandrager, universitair hoofddocument Gezondheid en Maatschappij aan Wageningen University & Research (WUR).

Binnen 4TU.Built Environment, het samenwerkingsverband tussen de bouw gerelateerde faculteiten van de vier technische universiteiten in Nederland, is veel aandacht voor gezondheid in de gebouwde omgeving. En van de zes Domein Aanjaag Teams (DAT) – Health in the Built Environment - richt zich volledig op dit thema. Vaandrager is lid van het team en vertelt samen met collega Astrid Kemperman, hoogleraar Urban Planning & Healthy Living (gezonde leefomgeving) aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), over het onderzoek en hun visie op een gezondere gebouwde omgeving in de toekomst. Beiden zetten zich al decennialang in voor een gezondere leefomgeving en proberen anderen te inspireren hier ook meer aandacht voor te hebben.

Verschillende lagen

Kemperman onderscheidt drie vormen van omgevingen. Ten eerste de ruimtelijke omgeving, daarmee gaat het om de gebouwen en andere fysieke elementen om ons heen. Daarnaast de sociale omgeving, bijvoorbeeld de manier waarom mensen met elkaar interacteren. En als laatste de digitale omgeving, hierin gaat het om digitale aspecten om bijvoorbeeld data te verzamelen om mensen uit te dagen en te motiveren. Op dit moment focust zij zich met name op het onderzoek naar actieve leefomgevingen en de verbinding binnen communities, de sociale interactie.

Actief en betrokken

Het creĂ«ren van actieve leefomgevingen is volgens Kemperman de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden. Veel mensen bewegen te weinig (halen niet de bewegingsnorm) en dat kan leiden tot overgewicht en andere gezondheidsproblemen. “Een van de vragen die wij proberen te beantwoorden in ons onderzoek is: hoe kunnen we mensen activeren om te bewegen? Denk bijvoorbeeld aan goede wandel of fietsinfrastructuur naar werk of school, het inzetten van parken om mensen te stimuleren te gaan bewegen of het creĂ«ren van meer veilige buitenspeelmogelijkheden voor kinderen”, geeft ze als voorbeeld.

Dit is ook voor Vaandrager een belangrijk thema, zij richt zich in haar onderzoek met name op gezonde, inclusieve omgevingen. “Het ontwerpen en bouwen van een gezellig park of een mooie speeltuin is geen garantie dat kinderen er ook daadwerkelijk gaan spelen”, stelt ze. “Als er van buitenaf wordt bepaald dat er een nieuw park of een nieuwe speeltuin komt, zonder verdere inspraak van buurtbewoners, zien we dat mensen juist minder snel geneigd zijn om er gebruik van te maken. Het is belangrijk om dergelijke aanpassingen in een gezamenlijk traject te doen en mensen te betrekken bij het maken en uitvoeren van de plannen. Dan zie je dat mensen het gebruiken en zelfs samen zorgdragen voor zaken als onderhoud.”

Een bredere blik

Voor Vaandrager en Kemperman is het vanzelfsprekend om multidisciplinair te werken en eindgebruikers te betrekken bij hun onderzoeken, dat doen zij al jaren zo. Maar ze zien het ook weleens anders. “Mensen alleen vragen wat ze zouden willen, is vaak niet genoeg. Soms moet je iets ervaren. Daarom is het vooral belangrijk om iets uit te proberen en te kijken wat de reactie daarop is”, verklaart Vaandrager.

Ze ziet echter dat het lastig is om financiering te vinden voor dit type onderzoek. “Er is veel minder financiering voor preventieve zorg (voor het voorkomen van gezondheidsproblemen) beschikbaar, dan voor de curatieve kant (het behandelen van gezondheidsproblemen die zijn ontstaan). Terwijl we wel zien dat dit soort onderzoek en de verandering die het teweeg brengt, op lange termijn veel gezondheidswinst kan boeken.” Bovendien is er binnen de overheid meer samenwerking nodig om dit op grote schaal te kunnen doen. “Bijvoorbeeld het aanleggen van meer groen en beperken van verkeer in wijken zorgt ervoor dat mensen meer gaan bewegen en daarmee zal overgewicht afnemen. Maar dit valt binnen aparte ministeries en daardoor is er minder aandacht en financiering voor verbeteringen op dit gebied.”

Eenzaamheid tegengaan

Een ander terugkerend thema in het onderzoek van Kemperman is het verminderen van eenzaamheid. “Er is relatief veel eenzaamheid onder ouderen. De samenleving wordt individualistischer, sociale cohesie in buurten neemt af, mensen wonen verder van elkaar vandaan en we gaan steeds meer digitaal doen. Dat is voor ouderen soms lastig bij te benen”, stelt ze. De TU/e was betrokken bij een project waarin een tool werd ontwikkeld om ouderen mobiel te houden en tegelijkertijd de eenzaamheid te verminderen. “Als mensen naar buiten gaan en actief zijn, is dat goed voor hun fysieke gezondheid, maar zeker ook voor hun mentale welzijn. Ze maken makkelijker contact en zijn onder de mensen.”

Daarnaast is een toename van eenzaamheid onder jongeren te zien, met name de emotionele eenzaamheid. “Dat is een groeiend probleem”, stelt Kemperman. Daarom is zij het CARE project (gefinancierd door NWO) gestart. “We proberen te achterhalen hoe jongeren zich voelen in bepaalde omgevingen, wat ze daar doen en met wie ze samen zijn. Dit meten we door via een applicatie op een mobiele telefoon korte vragen naar jongeren te sturen, in combinatie met GPS-tracking. Daarna gaan we in workshops meer informatie ophalen over wat de preferenties en behoeften zijn voor omgevingen waarin ze zich prettig voelen. Tot slot gaan we met behulp van Virtual Reality (VR) samen met de jongeren een omgeving ontwerpen die hun welbevinden het beste ondersteunt.  VR werkt daarbij heel goed, zo kunnen we alvast een idee geven, zonder meteen hele grote en kostbare wijzigingen in de gebouwde omgeving te doen. Dat versnelt het ontwikkelproces en zorgt voor een besparing in de kosten daarvan.”

Digitaal als nieuwe dimensie

Kemperman zet digitale aspecten zoals VR regelmatig in voor haar onderzoek. “Het helpt  in het verzamelen van betere informatie en het zorgtn voor meer inzicht en begrip bij de diverse betrokkenen”, zegt ze. Daarnaast kan de digitale omgeving ook helpen bij het bereiken van de doelen. Kemperman: “Als het doel is om kinderen meer naar buiten te krijgen omdat ze nu te veel op hun schermpjes zitten. Dan kunnen we zeggen dat de schermpjes weg moeten, maar we kunnen ook kijken hoe we die twee elementen kunnen combineren. PokĂ©mon GO is daar een goed voorbeeld van. Als je het niet meer weg kan denken, dan kun je het maar beter op een goede manier inzetten. Dat geldt ook voor het tegengaan met eenzaamheid onder jongeren. De eenzaamheid komt deels door het gebruik van sociale media en de smartphone, maar misschien kunnen we daarmee juist ook een oplossing vinden voor het probleem, bijvoorbeeld een leuke app om contacten te leggen.”

Meer aandacht voor groen

Zo ziet Kemperman door de jaren heen verschuivingen en verbeteringen. “Als je naar de plattegrond van steden kijkt, dan zie je ook dat het beeld van de ruimtelijke omgeving door de jaren heen steeds verandert. Je ziet bijvoorbeeld typische jaren 60 wijken; dit waren best grootschalige wijken met rechte straten, vooral gericht op autoverkeer. In de jaren 70 kregen we meer bloemkoolwijken. Hier werden functies – zoals wonen, werken en winkelen – meer geïntegreerd en zie je voornamelijk kleinere, meanderende straatjes. In de jaren 80 lag de focus op de binnensteden, er kwam meer aandacht voor toerisme. Op dit moment zie je dat we bij de aanleg van nieuwe wijken juist veel aandacht hebben voor een gezondere leefomgeving, minder auto’s, meer groen en meer ruimte voor kinderen om te spelen. Over tien of twintig jaar hebben we misschien weer een heel andere invalshoek. Ik kan me voorstellen dat we onze ruimtelijke omgeving dan bijvoorbeeld meer richten aan de hand van deelmobiliteit.” 

Vaandrager ziet naast meer groen ook een verbetering van de biodiversiteit voor zich in de toekomst. “De mens en de natuur moeten samenleven. Ik denk dat we meer aandacht kunnen hebben voor vergroening, lokale ecologie, lokale voedselproductie. Hoe dan ook, als we zorgen dat onze omgevingen onze gezondheid bevorderen, dan kunnen we op verschillende terreinen winst boeken.”